De 10 miljoen van Ben Weyts

Nee, dit is geen parodie op de 10 miljoen van Gert Verhulst. Vlaams onderwijsminister Ben Weyts investeert 10 miljoen euro om extra leerkrachten te kunnen inschakelen met als doel het beperken van de leer(stof)achterstand. Hij wil daarvoor een beroep doen op gepensioneerden, deeltijds werkende leerkrachten en anderen met een pedagogisch diploma. Dat klinkt redelijk verstandig, op voorwaarde dat je een buitenstander bent. Ingewijden weten dat er al jaren een tekort is aan leerkrachten en nu zouden we plots een vat met beschikbare, gediplomeerde leraars kunnen openen? 

Gepensioneerde leraren terug voor de klas halen is dat wel een goed idee? De laatste jaren waren er niet veel pensioneringen aangezien de pensioenleeftijd aanzienlijk omhoog is getrokken. Bovendien mogen grootouders hun kleinkinderen niet op bezoek krijgen, maar diezelfde grootouders mogen dan wel rondlopen in een klas van 20 tot 30 leerlingen? De refters zijn dicht, dus in diezelfde klas gaan om 12u00 de mondkapjes af om te kunnen eten onder toezicht van de leraar. 
Leraren die het onderwijs verlaten hebben om in een andere sector aan de slag te gaan hebben intussen een andere job. Wanneer zouden die tijd hebben om les te komen geven? 
Er zijn inderdaad deeltijdse leraren die nu extra betaalde uren presteren, maar ik merk in mijn omgeving dat veel collega's vooral gratis bijles geven. Dat zijn diezelfde leerkrachten die zich enorm inspannen om hun leerlingen te motiveren tijdens het afstandsonderwijs en die constant op zoek gaan naar nieuwe methodes om hun leerstof over te brengen. Tijdens het onderwijs op school zijn er veel extra toezichtbeurten, om te vermijden dat de klasbubbels zich met elkaar vermengen. Leerlingen wenden zich ook vaak tot hun leerkrachten wanneer ze emotionele bijstand nodig hebben. Die steun bieden ze met veel toewijding en daar offeren ze hun tijd graag voor op. 
 Vergeet ook niet dat het secundair onderwijs vanaf de tweede graad slechts 50% van de tijd op school aanwezig is. Het is niet evident om binnen die beperkte klastijd extra bijles te organiseren. 

Begrijp me niet verkeerd: extra middelen voor het onderwijs is een goede zaak! 
Helaas wordt die 10 miljoen sterk verdund wanneer je ze verdeelt over het hele Vlaamse onderwijsveld. Dat bedrag zal niet volstaan om de leerachterstand in te halen. Maar bovenop extra middelen is er voor veel leerlingen ook extra tijd nodig. Misschien is juni in deze omstandigheden niet het juiste ogenblik om te beslissen of de leerlingen hun doel voor dit studiejaar bereikt hebben? Voor een groot deel kan dit best mogelijk zijn, maar er is zeker een aanzienlijk deel van onze jongeren die enkele maanden langer nodig hebben om te kunnen scoren. 
Bepaalde onderwijsdeskundigen opperen om leerstof te laten vallen. Wil jij jouw kapsel laten knippen door iemand die in het afstudeerjaar meer dan de helft van de praktijklessen heeft gemist? Zoals ik eerder al zei ben ik eerder voorstander van het uitstellen van de eindevaluatie bij leerlingen waar dit nodig is. 

Het zou nog beter zijn om een flexibel leertraject op langere termijn uit te bouwen. Het draaiboek daarvoor ligt vast nog ergens in de kast op het ministerie. Voormalig Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet had deze piste zorgvuldig uitgestippeld, maar helaas hebben slechts enkele scholen van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Scholen vinden het te moeilijk om dit te implementeren, nochtans slagen de centra voor volwassenenonderwijs er wel in om dit toe te passen in het tweedekansonderwijs. 

De Gazet van Antwerpen stelt dat de samenleving dankzij coronacrisis meer aandacht en waardering voor het onderwijs toont. Dat is positief en ik hoop dat deze maatschappelijke betrokkenheid ertoe zal leiden dat enkele hardnekkige problemen in het onderwijs eindelijk aangepakt zullen worden. 
Wij hebben geen nood aan 10 miljoen, maar aan een doordachte en vakbekwame aanpak!