Betrokken ouders, betere punten

Uit het onderzoek van Inge van der Heul blijkt dat het verband tussen het opleidingsniveau van ouders minder invloed heeft op de schoolprestaties van kinderen dan vaak beweerd wordt. De betrokkenheid van ouders bij het leerproces is van groter belang, maar vooral bij tieners kan dit ook leiden tot te hoge druk. Wanneer ouders actief betrokken zijn bij de school, bijvoorbeeld door lid te zijn van het oudercomité, dan kan dat indirect een positief effect hebben bij tieners. Veel van deze conclusies kan ik doortrekken naar mijn eigen ervaringen wat ouderbetrokkenheid betreft.

Mijn ouders zijn niet hooggeschoold, maar steunden mij in mijn studie. Mijn moeder en mijn grootmoeder lazen veel voor en er waren altijd boeken en andere literatuur beschikbaar. Mama ging van school toen ze 16 was, maar toch informeerde ze zich uitstekend over mijn opleidingsmogelijkheden. We konden goed praten over mijn studievoortgang en haar goede raad was goud waard. Zo komen we bij een andere bevinding in het onderzoek van Inge van de Heul: Ouders die zich zeker voelen in hun mogelijkheid om hun kind te steunen hebben een positief effect op de schoolresultaten. Hoewel dit in mindere mate geldt voor laaggeschoolde ouders, wist mijn moeder dit obstakel te omzeilen door gefundeerd advies in te winnen. 

Als ouders waren mijn man en ik erg betrokken bij de school en de studie van onze dochter. We deden vrijwilligerswerk op haar basisschool en ik gaf les op haar middelbare school, waar ik ook actief was in allerlei sociale projecten. Mijn dochter heeft dyslexie, dus haar traject was niet vanzelfsprekend. Door goed naar haar te luisteren en ons goed te informeren heeft ze met succes een tso-richting met een brede algemene vorming kunnen afronden, gevolgd door een bachelordiploma. We moedigden haar aan en beloonden haar inzet, niet haar punten. Zo zorgden we dat de druk niet te zwaar werd. Dit komt overeen met een andere bevinding van Inge van der Heul, namelijk het positieve effect dat je bereikt door betrokken te zijn bij de studie van je tiener door open communicatie. Dit op voorwaarde dat je niet enkel naar aanleiding van slechte schoolresultaten met je kind praat. 
Als leerkracht merkte ik dat kinderen wiens ouders betrokken zijn bij de school zich vaak beter in hun vel voelen. Jongeren die zich goed voelen, leren beter. Vooral in het buso is dat verschil heel duidelijk merkbaar.

10 minuten oudercontact per trimester is niet slecht, maar vaak veel te weinig. Leerlingen met problemen zijn vaak gebaat bij een regelmatig en goed contact tussen school en ouders. Wanneer zij samenwerken aan de opvoeding van een kind, dan is de kans op slagen veel groter. Daarom steun ik de vraag om aandacht voor deze vorm van communicatie van Inge van der Heul. Geef leerkrachten voldoende ruimte en tijd om contact te leggen met ouders. Ondersteun dit ook door leraren de kans te geven zich bij te scholen op dat vlak. Dit kan schooluitval voorkomen.

Ik vond het heel interessant om de bevindingen van deze studie te lezen en ga in de toekomst nog meer aandacht geven aan het contact met de ouders. Hopelijk lezen de schooldirecties en de minister van Onderwijs deze studie ook, zodat ze ons, leerkrachten, ondersteunen in deze noodzakelijk missie.